De geplande nieuwbouw in de wijk maakt de tongen los. Bijna iedereen heeft er wel een mening over. En die horen we graag! Programmamanager Mirjam Lamme en ontwerper Stijn Heesbeen vertellen hoe zij samen met de bewoners tot een passend ontwerp komen.
De woningnood in ons land is enorm, ook in ‘s-Hertogenbosch. Architectenbureau KAW werd gevraagd om mee te denken over oplossingen. Bouwen in het groene buitengebied is volgens hen niet altijd mogelijk; met de juiste aanpak is er ‘ruimte zat’ in de stad. Zeker in wijken die toch aan vernieuwing toe zijn. Zo werd De Haren een van de Bossche locaties waar veel woningzoekenden een plek gaan vinden.
Iets betekenen voor wijk en stad
In De Haren werden zes locaties aangewezen voor mogelijke nieuwbouw. Mirjam: “Dat betekent nog niet dat we zomaar konden gaan bouwen. Zayaz vindt het heel belangrijk dat de bewoners zelf een stem hadden in de sloop en vervolgens meepraten over de nieuwbouw. Na de stemming bleven er vier van de zes locaties over. We hebben goed geluisterd naar de behoeften in de wijk: oudere bewoners die liever gelijkvloers gaan wonen, volwassen kinderen die in de buurt willen blijven, mensen die wat kleiner of juist groter willen wonen. Het wordt een mix voor jong en oud, sociale huur en middeninkomens, doorstromers uit de wijk en instromers van buitenaf. Zo kunnen we met de nieuwe woningen echt iets betekenen voor de wijk en de stad.”
Wensen van bewoners
Stijn: “De nieuwbouw is van en voor de hele buurt, daarom hebben we samen met Zayaz veel wijkbewoners uit de plangebieden gesproken. Op de buurtmarkten konden bewoners aangeven wat hen aanspreekt en wat ze belangrijk vinden, zoals het type gebouwen, verkeer, groen en veiligheid. En ook: hoe wil je samenleven? Is er bijvoorbeeld behoefte aan gezamenlijke tuinen of binnenplaatsen, of zelfs gedeelde keukens? Misschien maken we die keuzes pas nadat de woningen zijn toegewezen, zodat de nieuwe bewoners kunnen meepraten over hun eigen gebouw. Met alles wat we hebben opgehaald zijn we aan de slag gegaan, in mei gaan we met de bewoners in gesprek over de eerste schetsen.”
Vier plekken, vier gebouwen
Sowieso worden het vier verschillende type gebouwen. Stijn: “We kijken echt per plek naar de mogelijkheden, de ligging, de kansen en de wensen van de bewoners. Als ontwerper zou je misschien een pronkstuk midden in de wijk willen zetten, maar de bewoners hebben duidelijk aangegeven dat die plek ruim en groen moet blijven, dus daar komt een bescheiden gebouw. Sommige bewoners vrezen dat de wijk rommelig wordt door de verschillende nieuwbouw, maar met het juiste ontwerp, materialen en kleuren wordt het mooi passend bij de bestaande en gerenoveerde woningen.”
Sociaal en duurzaam
Bij de nieuwbouw- en renovatieplannen hoort ook een sociale buurtaanpak. Mirjam: “We horen en zien veel in de wijk. Veel bewoners hebben het niet altijd gemakkelijk in het dagelijks leven. Ook daar gaan we mee aan de slag. Mogelijk komt er een wijkpunt voor vragen over de nieuwbouw. We zijn in gesprek met de gemeente en andere maatschappelijke partners, zodat bewoners hier ook terecht kunnen voor hulp bij schulden, eenzaamheid, gezondheid of opvoeding. De nieuwe woongebouwen krijgen geen algemene wijkvoorzieningen, ook dat was een wens van de bewoners: die zijn er voldoende in de Bossche Brede School. Verder is er in het hele plan volop aandacht voor duurzaamheid. De nieuwe woningen worden zo energiezuinig en ‘groen’ mogelijk, en bij de renovaties koos maar liefst 95% van de bewoners voor energiebesparende opties. Heel bijzonder en vooral heel fijn!”
Zodra het kan Dit alles is niet in een jaartje geregeld, benadrukt Mirjam. “We pakken het zorgvuldig aan en dat kost tijd. Volgens het Sociaal Plan hebben de huurders van de sloopwoningen twee jaar de tijd om een ander huis te vinden. Dat verloopt boven verwachting: veel mensen hebben al een aanbieding gehad of zijn zelfs al verhuisd. Afhankelijk van wanneer de woningen leeg zijn, kunnen we beginnen. Op z’n vroegst over driekwart jaar. Mocht er een heel blok vrijkomen, dan starten we het liefst direct, de nieuwe woningen zijn immers hard nodig. Maar we zorgen er eerst voor dat iedereen een nieuwe plek heeft.”